De langverwachte wet van 7 juni 2023 die de Europese richtlijn betreffende herstructurering en insolventie implementeert, brengt een grote hervorming van het Belgische insolventierecht teweeg. Naast verschillende andere innovaties introduceert het een nieuwe gerechtelijke reorganisatie via collectieve arbeidsovereenkomsten voor grote ondernemingen.
De nieuwe wet zal van toepassing zijn op alle procedures die vanaf 1 september 2023 worden geopend.
In deze tweede van twee blogposts (zie de eerste hier) zullen we onderzoeken in welke mate crediteuren kunnen proberen een schulden-naar-aandelenruil op te leggen aan aandeelhouders binnen de nieuwe gerechtelijke reorganisatie voor grote ondernemingen.
Ter referentie: schulden-aandelenswaps vóór 1 september 2023
Onder het oude regime waren schulden-aan-aandelenruil zeldzaam. Hoewel een ruil van schulden tegen aandelen in de wet werd genoemd als een mogelijke reorganisatiemaatregel, was de procedure niet bedoeld om aandeelhouders zonder hun toestemming te treffen. De schuldenaar was de enige partij die de procedure kon starten en een reorganisatieplan kon opstellen en indienen. In de praktijk was het onwaarschijnlijk dat de schuldenaar zonder hun toestemming een maatregel zou voorstellen die tot de verwatering van de aandeelhouders zou leiden. In ieder geval kunnen aandeelhouders een schuld-naar-aandelenruil altijd blokkeren, gezien de ondernemingsrechtelijke vereiste van goedkeuring door een aandeelhoudersvergadering.
Het nieuwe regime: aandeelhouders zijn niet langer immuun
Onder het nieuwe regime worden aandeelhouders ingedeeld in een klasse en kunnen zij door het herstructureringsplan worden getroffen. Het herstructureringsplan kan tegen de wensen van de aandeelhoudersklasse in worden gestemd (cross-class cram-down) als het plan, naast andere voorwaarden, niet afwijkt van de normale rangorde van liquidatieprioriteiten. Aangezien aandeelhouders op de laatste plaats komen in de normale rangschikking van liquidatieprioriteiten, zal doorgaans aan deze voorwaarde worden voldaan.
De nieuwe wet bepaalt verder dat aandeelhoudersvergaderingen de uitvoering van het herstructureringsplan niet op onredelijke wijze mogen blokkeren. Op verzoek van iedere belanghebbende partij zal de rechtbank de aandeelhoudersvergadering gelasten de besluiten te nemen die nodig zijn ter uitvoering van het akkoord.
Welke maatregelen kunnen aan aandeelhouders worden opgelegd?
De precieze aard van de maatregelen die aan aandeelhouders kunnen worden opgelegd op grond van een klassenoverschrijdende cram-down is niet geheel duidelijk. In de parlementaire werken staat dat “het intrekken van de financiële rechten verbonden aan de aandelen de meest voor de hand liggende optie is”, dat “[i]In bepaalde gevallen kan het ook nodig zijn om de bestuursrechten die aan een (bepaalde klasse van) aandelen zijn verbonden te wijzigen, bijvoorbeeld wanneer die klasse de bevoegdheid heeft om over een dividenduitkering te beslissen” en dat een dergelijke “wijziging van de bestuursrechten een schuld kan doen ontstaan”. -aandelenruil aantrekkelijker voor crediteuren”.
Ik ben er niet zeker van dat het intrekken van de financiële rechten op de aandelen inderdaad de “meest voor de hand liggende” optie is. Het zal in ieder geval niet mogelijk zijn om alle financiële rechten op de aandelen volledig in te trekken (artikelen 5.14 en 7.16 Wetboek van vennootschappen en verenigingen). Misschien is de meer voor de hand liggende oplossing een schulden-naar-aandelenruil, gecombineerd met de intrekking van een deel of alle aandelen van de bestaande aandeelhouders, zodat de crediteuren tot 100% van het aandelenkapitaal van de debiteurvennootschap kunnen verkrijgen?
Maar een aantal uitzonderingen
De nieuwe wet staat aandeelhouders uitdrukkelijk toe hun aandelenbezit te behouden als zij (i) nieuwe financiering verstrekken of (ii) cruciaal zijn voor de continuïteit van de schuldenaar en zich ertoe verbinden hun aandelenbezit gedurende een redelijke termijn te behouden. In de parlementaire werken worden deze regels opnieuw geformuleerd, zodat de aandeelhouders de extra waarde kunnen behouden die de geherstructureerde schuldenaar zal krijgen als gevolg van de verdere betrokkenheid van de aandeelhouders.
Ook valideren de parlementaire werken de praktijk van “schenken”. Dit betekent bijvoorbeeld dat schuldeisers met zekerheden een deel van de waarde die hen toekomt aan de aandeelhouders kunnen “geven” (zelfs als tussenklassen, zoals concurrente schuldeisers, worden omzeild).
Bovenstaande uitzonderingen zouden door de raad van bestuur gebruikt kunnen worden om een herstructureringsplan op te stellen dat onnodig gunstig is voor de aandeelhouders. De raad van bestuur blijft immers doorgaans verantwoordelijk voor het initiëren van de gerechtelijke reorganisatieprocedure en het opstellen van het herstructureringsplan. Schuldeisers kunnen uiteraard weigeren om over een onevenwichtig herstructureringsplan te stemmen. Als het alternatief een faillissement is, kunnen crediteuren er echter de voorkeur aan geven een deel van de reorganisatiewaarde door te geven aan de aandeelhouders.
Aanstelling van een deskundige op het gebied van herstructurering
Aan de andere kant introduceert de nieuwe wet een nieuwe manier waarop crediteuren invloed kunnen uitoefenen op het herstructureringsplan en zo een waardeoverdracht aan de aandeelhouders kunnen vermijden. Zodra de schuldenaar met succes een gerechtelijke reorganisatie heeft aangevraagd via een collectieve overeenkomst, krijgt elke schuldeiser het recht om bij de rechtbank een verzoek in te dienen om een deskundige op het gebied van herstructurering aan te stellen.
Als een meerderheid van de schuldeisers het verzoek steunt en akkoord gaat met het betalen van de kosten van de beroepsbeoefenaar op het gebied van herstructurering, moet de rechtbank het verzoek goedkeuren. Gegeven dat de parlementaire werkzaamheden vereisen dat de meerderheid van de crediteuren wordt bepaald op basis van het aantal crediteuren (in plaats van op basis van de verschuldigde bedragen), kan het onpraktisch zijn om deze meerderheid te bereiken. Maar ook als deze meerderheid niet wordt behaald, kan de rechter toch een deskundige op het gebied van herstructurering benoemen als dit nodig is om de belangen van de betrokken partijen te beschermen.
Indien aangesteld zal de deskundige op het gebied van herstructurering de debiteur en de crediteuren bijstaan bij de onderhandelingen over en het opstellen van het akkoord. De deskundige op het gebied van herstructurering kan het akkoord niet indienen zonder toestemming van de schuldenaar. De schuldenaar mag zijn toestemming echter niet op onredelijke gronden weigeren. Indien de schuldenaar op onredelijke gronden zijn toestemming weigert, kan de rechter besluiten de deskundige op het gebied van herstructurering toe te staan het akkoord eenzijdig in te dienen.
Er kunnen zich situaties voordoen waarin crediteuren met zekerheden op strategische wijze gebruik kunnen maken van een deskundige op het gebied van herstructurering om de inhoud van het herstructureringsplan te beïnvloeden en wellicht een ruil van schulden tegen aandelen aan de aandeelhouders op te leggen.
Inleiding van een stille gerechtelijke reorganisatie
De nieuwe wet gaat zelfs nog verder en staat schuldeisers toe de rechtbank te verzoeken een deskundige op het gebied van herstructurering te benoemen, zelfs als de schuldenaar (nog) geen verzoek tot gerechtelijke reorganisatie heeft ingediend. Dit verzoek zal worden ingewilligd indien de continuïteit van de activiteiten van de schuldenaar op korte of middellange termijn in gevaar komt, tenzij dit niet “in het collectieve belang van de schuldeisers inclusief de werknemers” zou zijn. Er wordt geen rekening gehouden met de belangen/voorkeuren van de schuldenaar.
Als het verzoek wordt goedgekeurd, zal een deskundige op het gebied van herstructurering worden aangesteld met het oog op het vertrouwelijk voorbereiden van een stille gerechtelijke reorganisatie via consensuele of collectieve overeenstemming. De deskundige op het gebied van herstructurering zal assisteren bij de onderhandelingen. Ook hier geldt dat de deskundige op het gebied van herstructurering het akkoord niet kan indienen zonder toestemming van de schuldenaar. De schuldenaar mag zijn toestemming echter niet op onredelijke gronden weigeren. Indien de schuldenaar op onredelijke gronden zijn toestemming weigert, kan de rechter besluiten de deskundige op het gebied van herstructurering toe te staan het akkoord eenzijdig in te dienen.
Dit is zeker geen geheel waterdichte oplossing aangezien de schuldenaar op ieder moment de stille gerechtelijke reorganisatieprocedure kan beëindigen en daarmee de goedkeuring van het akkoord kan verhinderen. Toch zou het onder bepaalde omstandigheden voor crediteuren een manier kunnen zijn om een schuld-naar-aandelenruil op de agenda te zetten.
Conclusie
De nieuwe wet beschouwt aandeelhouders als een klasse die onderworpen kan zijn aan reorganisatiemaatregelen. Het biedt crediteuren ook nieuwe mogelijkheden om een deskundige op het gebied van herstructurering aan te stellen en zo het herstructureringsplan te beïnvloeden. In het licht van deze twee belangrijke ontwikkelingen is er mogelijk meer ruimte voor crediteuren om aandeelhouders een schuld-naar-aandelenruil op te leggen. Als dat zo is, zou dit een nuttig alternatief kunnen zijn voor de uitwinning van aandelenpanden.
Erik Blomme
Partner
Simmons & Simmons